O als ik toch maar schrijven kon. Met
de gretigheid waarmee het

ingevroren gebakje, waarvan het kille
glazuur afbreekt onder de

aanraking, de room als ijsjes in je keel
smelten, het deeg zwaar als

brood in je hand rust, schuldbewust
genuttigd wordt, geen kruimels

achterlaat, geen afdruk in je warme palm,
nauwelijks waargenomen dan

de lege verpakking, platgedrukt tussen
het oude papier en een rilling

naar je buik en het nauwelijks weten hoe
de smaak echt is als zij ontdooit.