Ach, we zijn u helemaal vergeten, zegt een
Nerveuze jongeman die in plastic

Tasjes zijn gedichten draagt en elke keer
Zijn haren achterover kamt

Zijn rondje loopt en altijd weer uitkomt bovenop
De grafheuvel, de open kapel

De plastic bekertjes waarin ranja zou kunnen
Zitten, de vilten werkjes van

Gemeenteraadslid K., de uitvouwbare ansicht-
kaarten van buurvrouw Z.

De klapstoelen, het schoteltje met los geld, nee
Hoor, zeg ik, naast de ongewijde

Dodenakker en de boom met verstrengelde
Wortels, de bloemen van ijzer

Zit dichter A. en leest de krant en praat met
Een voorbijganger over dood en hoe

Daar een versje van te maken

 

 

(op de taalmiddag op het kerkhof aan de Overwheersepolderdijk te Purmerend kwamen gisteren drie vrouwen langs)