Hoe kan ik me ooit weer voegen onder
De bellende geluiden van de stad

Wegspringen voor de gebruiker, op tijd
Inhouden, slenterend van

Vaste gewoontes en adresjes, cappucino
Onder haar luifel, brood

Uit haar schap, het geklater van stemmen
Alles veel te luid

Hoe zou ik ooit weer kunnen opkijken naar
Haar gevels, de weggetrokken

Kleur uit mijn waterhuis, de dertien fietsen
Tegen haar pui

Nu hier die ene lange weg aardbeien verkoopt
Helderrood tegen

Het kartonnen bord waarop in kinderlijke letters
De prijs, graag in het soepbord ernaast