Allereerst zou hij een bijzondere muziekopname
Rechtstreeks vanuit Amerika voor me meebrengen
Oom Bob, het jaar 1978

Tweedens zou ik nooit armoede hoeven lijden, de
Volgende woonplek zou een paradijsje worden, een
Weekend in een

Huisje, fiets erbij, was zo geboekt, een bezoekje aan
Parijs, dat ook, derdens, vierdens, ten vijfde en een
Nieuwe verleidelijke set

Zwart kant, een paar maaltijden, en je weet wel, de
Helft van alles dat je daar uitgaf, ik aan hem of
Nee, de helft van

Alle verdiensten, erger nog, hij zou daar blijven liggen
En mijn hand houden en misschien een lokje haar en
Als het dan onweren zou

Bliksemen, hagelen, stormen, dan zou hij zeggen dat
De boot vergaat en de hele wereld maar hij en ik
Gered door zijn bijzondere krachten

Dat ten honderdste