De Stem van de hoofdstad kraakt
Maar niet van ouderdom, zij waakt
En krijst, zij piept en sust

En kriebelt in uw oor, u kunt gerust
Haar vrijwillig flemen
Tot u nemen

Maar haar bemoeienis sijpelt in uw brein
U hoort van mogelijkheden die er ook zijn
Haar breed netwerk

Gerieflijk aan uw zij, loyaal voedt deze vlerk
U woorden en muziek, publiekelijk van zee tot dam
Verleidt zij de miljoenen van uw Groot-Amsterdam

Schatplichtig maakt zij u, wilt u iets terug doen
Uw roem is daar als u uw stem met goed fatsoen
Leent aan haar, van verre en in de omstreken

Wordt u gehoord, uw actualiteit gesmoord in kreten
Uit het culturele aanbod van het seizoen
We kunnen nog zoveel meer doen

Ruisend keert tram elf voor een derde maal
De heer gaat met een illuster zestal aan de haal
De crisis noopt ons tot inventief denken

We hoeven maar te wenken
En de zender stort zich er bovenop
Het eerste kantoor in onze palenstad was geen strop

Van stro gemaakt bleef het staan, voorwaar
Zoals deze groot geworden steunpilaar
Een baken in de tijd, zij knarst maar niet uit nijd

Wie haar bestrijdt is een grootse vriend kwijt
En heeft geen weet van dichtersleed, ontstemde noten
Schilderskuren en ongevaarlijke idioten

Wie haar mist, heeft geen besef van tijd
O radio FM, wij willen u niet kwijt
U bent uit ons ontsproten

op verzoek geschreven bij het 25-jarig bestaan van Radio FM Amsterdam