Ze is ontegenzeggelijk zoals ik ben: wit
Vlees dat wringt tussen

De gaten, geborduurde uitsparingen voor
Een sproetje, een lok haar

Een gekleurde lijn en hij is ontegenzeggelijk
Zoals hij is: begerig naar

De reeds verslonden prooi, zij fleemt in de
Microfoon voor haar, gebaart met

Handen vol van papier en praat met haar
Ogen, alsnog

Werken ze samen, als ze nu maar niet
Bewogen had