De man van wie ik houd legt camera’s aan onze
Voeten, kleine lage kastjes met stekkers en snoertjes
Waartussen muisjes scharrelen en andere

Kleine beestjes, ondertussen interview ik een man
Met witte sproeten, rijd in een overvolle auto naar
Het volgende vertrekpunt

En doe ondertussen boodschappen in een kartonnen
Doos die ik eerst bekleed heb met zilverwit pakpapier
Terwijl steeds duidelijker

Wordt dat de man in kwestie een heel foute leider is
Al weet ik niet van welke beweging en ook niet of
Ik de sproetenman bedoel of

Mijn liefje die wakker veroordeeld is tot uitsluiting
En afwijzing, overigens geheel in de lijn der geschiedenis
En verwachting