Hoewel binnen enkele weken zwaar ziek heeft
De buurvrouw haar perfecte verpleger, een stretcher
In de lommerrijke tuin en een ultra rood bedjasje

En natuurlijk benijd ik haar niet, koortswangen
Boven al dat rood en vogelpoep uit de bomen maar
Ik moet mezelf afzetten tegen

De muur achter mijn werktafel teneinde aan het blad
Te kunnen schuiven en te gaan typen nadat ik mij
Heb laten zakken in de stoel, geen

Beweging in het stramme lijf, een simpel sandaaltje
Strikken werd mij noodlottig, negentig ben ik nu
En de jeugd mompelt wat om mij heen

Ik draag opnieuw alleen maar zwart, ik mag naast
De buurvrouw liggen, oppert de buurman maar ik
Open mijn eigen tuin, de kat meent

Dat mijn schoot warmte nodig heeft, ik verzin een
Dokter die mij mijn medicijn geeft en terloops
Mijn voeten kneedt