Dat jij niet weet hoe ik leef, dat je
Denkt dat het voldoende is

Mijn hart te voelen bonzen onder je
En dan later zeggen

Hoe mooi ik schrijf terwijl jij mij niet
Leest, maak er maar

Zeg je ook, poëzie van, en dan mijn
Opstaan, het mezelf terugvouwen

Het woordeloos jou ombrengen terwijl
Je niet kijkt

Mijn vingers wegblazen na het schot
Niet wetend hoe je ooit dood moet gaan