Mijn moeder zit kaarsrecht tegenover me en
Velt het vonnis: ik ben dik, zegt ze en

Teveel bezig met mannen en de kerkgangers
Van mijn gemeente

Het is een soort dronkenmanspelletje waarbij
De waarheid in ruil voor

De lege fles aangeboden wordt, mijn lijf drapeert
Zich in een tuinstoel

En drinkt, ze komt de volgende morgen terug
In een nieuwe gedaante:

Wakker zegt mijn zoon dat het menselijk is je
Mening bij te stellen zodra

Je geconfronteerd wordt met de ander, ik weet
Niet hoe snel ik op moet staan