Het is niet alleen mijn afkeer voor grote mensenmassa’s of oude troep, het is ongetwijfeld de herinnering aan het verplichte oranje-feest dat de schooljeugd moest genieten – het kruipen in zakken over het grasveld of door een tunnel die er sloom maar desalniettemin gevaarlijk uitzag, een oranje lintje op je borst, de punten die je kreeg bij het binnen de tijd afleggen van een parcours op een fiets die versierd was met iets oranjes (de leukste versiering ook een prijs) en het druipend ijsje met chocoladelaagje dat al barstte voordat je je tanden erin gezet had
Het is de herinnering aan de opgeschroefde vrolijkheid, je wist dat er later op de middag wedstrijden waren waar je niet aan mee mocht doen, er zou drank zijn en veel meer zon, katknuppelen en schieten van een redelijke afstand – het terrein van svv vrone zou bezaaid zijn met sigarettenpeuken en papiertjes waarop – toen nog geen 06 – maar misschien wel spannende berichten
‘het oranje stond je zo leuk’
‘zal ik volgend jaar je fiets optuigen?’
en dat was zoveel beter dan
het achterna gezeten worden door een telg van de familie P. die al schuil hield in de bosjes voor ons huis toen ik klein en mijn zusje groot was en nog steeds onduidelijke connecties met ons onderhield
Alles was zoveel beter dan het in groepsverband fietsen naar dat in de wind gelegen voetbalterrein, het oranje overhemd van de hoofdmeester voorop en toch niet weer dat oranje ruw gestofte truitje dat mijn moeder ons voor de gelegenheid deed dragen
Haar taart met mandarijnenpartjes of glazuur maakte veel goed maar niet de televisiebeelden die zij verslond en de kadootjes die daar op een stoep lagen bij iemand die alles al had
Ik zal nooit iets begrijpen van het je uitdossen met een plastic kroon op je hoofd al stonden de oranje touwen erreg charmant – niets begrijpen van de oranje attributen die nu deels in het water en nog deels achter de boom liggen, niets van het saamhorigheidsgevoel dat er immers helemaal niet is en niets van het betasten van spullen die vorig jaar al achter zijn gebleven
Ik begrijp de zon, in flarden en de moeheid van mijn buurman die onverminderd zijn kinderen achterna zit tussen de touwen van zijn afgebakende plek – hij rent om zijn muziekinstallatie heen die opnieuw en opnieuw Adamo draait en heft mij het zoveelste bier in de lucht toe
Ik zwaai vanachter de ramen – mijn kinderen hebben het werkterrein verruild voor de tafels in mijn atelier en spelen zogezegd magic
Hun muziek overstemt alles dat zoetgevooisd eens alles goed maakte – gingen wij op een van onze zeldzame vakanties als gezin niet langs het plaatsje waar Salvatore geboren was? – ik zwaai, hij leunt tegen de boom
Aan een rekje waaien de rokjes van zijn ex en de babytruitjes van hun kroost
Volgend jaar, zei hij me
Ben ik weg
Ik begrijp de vlucht, in gedeeltes en fluister ‘wanne be
your queen of hearts
Maar dat is natuurlijk omdat ik weet
Dat hij dat toch niet hoort

&

sommige dingen gaan inderdaad gewoon voorbij
zoals de bonte massa in het park langzaam oplost en verdwijnt
gelijk met de tros ballonnen die aan de hoek van het park verkocht worden
en die je – als je tuurt – één voor één nog terug kunt vinden
andere dingen niet
ik hou van je

&

Alleen Tom Jones’ Sex Bomb krijgt me naar buiten – het park wordt steeds leger
Ik til een blad met broodjes boven mijn hoofd maar hoef niet meer te laveren – ach, het meisje van de catering, zegt mijn buurman
Half struikelend over het half opgebroken tentzeil dansen we samen
De broodjes verdwijnen
Keiharde muziek in een koud park – misschien heb ik dat gemist
Op het voetbalterrein van
SVV Vrone

logs van 29 april 2006, getiteld
voor een ongekroonde koning, hearts en queen of hearts