Ik geef toe dat het heerlijk moet zijn gelukkig te kunnen zijn
Temidden van het volk in het park, ik herinner me ooit dat ik
Vanuit het zolderraam op mijn knieën naar buiten keek en toch
Iets miste maar ik doe van niet, ik trek de gordijnen dicht en
Haal de volgende morgen een halve hamburger uit mijn
Postvak en sla de andere kant op, ik kan me niet overgeven
Aan en ik wil niet, de jaren dat ik balanceerde met theebladen
Vol proviand door een duwende massa en de hondenpoep
Van de kleedjes afhaalde, zijn voorbij, de jaren met aangekochte
Troep die ik in de loop van dat nieuwe jaar stiekem weggooide
En mijn eigen oranje taarten, zijn voorbij, er komt alleen nog
Wel eens iemand plassen, vast ook vandaag want het atelier is
Open en de deur staat op een ruime kier alleen het schoolbord
Staat binnen zodat het niet in het park terecht komt en voor een
Euro verkocht wordt, ik geef toe dat het heerlijk moet zijn
Simpelweg gelukkig te kunnen zijn, het missend schoteltje te
Vinden van het servies van tante Agaath en die leuke buurman
Van de hoek, ik graaf niettegenstaande in het bestand van mijn
Pc teneinde de hele boel te redden van de ondergang, mysterieuze
Zwarte schermen waarschuwen mij tijdig, althans mijn puber
Via mijn gegil, gelukkig maar dat hij binnen is en denkt dat
Het winter is kortom niets van doen heeft met de jeugd uit
De buurt die vanaf half drie die middag bier hijst op het
Oude bankstel van oom Piet en in de singel pist, ik kijk welke
Bestanden ik kwijt kan en kom tot de ontdekking dat ik niets
Missen kan, het is echt geen onzin het verloop rond Michel te
Bewaren want je weet maar nooit of hij zich morgen niet voor
Zijn hoofd slaat mij te hebben laten gaan en dan is het handig
Als ik weet wat mijn voorlaatste woorden waren en het is ook
Echt nodig de erotische mails tussen Paul en mij te bewaren
Ten einde in een laatste levensdag nog zinderend te kunnen
Genieten en natuurlijk is het nodig alle kabouterstukken voor
Het nageslacht te bewaren al is het wellicht overdreven twee
Mapjes te hebben, een voor mezelf en een voor de ander en
Die vierduizend mails per jaar van Lonneke kunnen misschien
Herlezen en dan door de helft gedeeld, volgens mijn puber
Scheelt dat een heleboel en dus begin ik met het sorteren van
Haar mails en bedenk me hoe vreemd het is dat ik mijn logs
Niet geprint in een schoenendoos onder in de kast heb staan maar
Wel de mails met Michel nog en hoe vreemd het is dat ik van
Alle mannenmails die van mijn coach en mij nooit bewaarde
Gelukkig maar, denk ik uren later, dat ik vaak meteen mijn
Vriendinnetje schreef, soms voordat ik in mijn dagboeken schreef
En ook wel meerdere malen per dag zodat ik nu de hele corres-
Pondentie met mijn geliefde in mijn versie aan haar terugvind
En zo maak ik daar weer een apart mapje van en dus doe ik
Eigenlijk niets dan lezen en lezen en lezen, ik giechel en
Mijn puber komt toevallig langs en leest over mijn schouder
Mee en grijnst, daarna lach ik volop en weer daarna wordt mijn
Hart zwaar en daarna word ik intens moe, ik stop al mijn kinderen
In op bekende tonen van een hit uit het jaar nul waarvan ik pas
Uren en uren later de titel weet, dan nog ruist het oranje kleed
Aan de overkant en vaart een bootje met flessen oranjebitter aan
Boord langszij, ‘houd mij voor jezelf, lief’, las ik, ‘deel me niet
Met de wereld’

een log van 30 april 2007 getiteld
een onverzorgd geheel