Alles dat hij bewaart is bewijs, materiaal
Om aan te tonen dat
En ik ben getuige, ik kan geen Petrus meer
Zijn maar moet aan de rechterkant
Verschijnen, er is nooit sprake van twijfel
In zijn beschuldigingen
Het is alleen niet zeker wanneer rechtspraak
Plaatsvindt
Ik gok op uitstel, zijn vinger glijdt langs de
Gaten, soms komt hij om
Alvorens
hans altena
16 april 2013 — 19:56
De suggestie die jij, vaak onafgemaakt, legt in zovele gedichten, fragmenten, foto’s die je de revue laat passeren op deze diamanten soetra site die ik bezoek via de stepping stone van de bob in nederland, heeft in de kern, hoe onuitgesproken ook dikwijls, wat ik nu in deze tekst wel heel aanwezig voel, ten minste, zo ervaar ik het en ik moet daarbij denken aan middagen waarbij je aan de horizon onweerswolken zag dagen… die betekenden het einde van een zwoele zomerdag maar doordrongen je juist van een dreigende belofte die daarin opgesloten lag al broeiend als onder hooi, er kon nog wel eens een vlam uit opslaan waarop alles gewacht had, maar zou je het vernietigende ervan kunnen doorstaan, en was dit wel wat je wenste, zo verzengt te worden, waar eerder, in de morgen, nog iets teers werd aangeraakt door zonbeschenen dauw, een bloem die je niet plukte omdat je hem wilde sparen en zo ging weer een dag vruchteloos voorbij… goed dat de herfst is aangebroken en de vruchten worden geoogst, hoewel sommige bitter… nee laten we niet meer denken in straf en boete…verwijten of onvervulde verlangens… de wereld die we als kinderen zagen maar ons werd onthouden, we laten er nu onvermijdelijk onze voetstappen in achter…
alja
16 april 2013 — 20:23
“No reason to get excited,” the thief, he kindly spoke 🙂