De vrijheid is mijn grootste rijkdom: alleen in het
Donker van het filmhuis ontdek ik vriend A. met
Zijn benen over de stoel, ergens daarboven roept

Een vrouw, ‘we stoppen even voor een plas’, ik tel
De lichten aan de zijkant, A. zwaait, ik wil al dansen
Op de reklame maar liever nooit na afloop praten

En dat wat we zagen: alleen altijd onderweg en
Mijn snelheid, mijn eigen gedachten boven het rumoer
Grote sprongen makend

Blind de weg weten en morgen weer, geen ijsje hoeven
Voor het vermaak en alleen de eigen hand, quasi
Nonchalant over mijn leuning