Soms verzin ik mij haar en niet zoals ze daar
Niet zit te zijn maar bukkend voor een overvolle
Koelkast bijvoorbeeld waaruit ze mij
Voor onderweg van alles wil geven, haar briefjes
Tussen de stapels gestreken was of hoe ze met
Priemende ogen vraagt of ik
Hem nog wel eens zie en ook hoe ze huilend mij
Verwijt van God en alles los te leven of erger
Nog, hoe ze niets zegt terwijl ze
Belt, hoe ik haar ademhaling hoor terwijl ik haar
Niet zie zoals zij mij nu niet ziet en ik nog, hijgend
Bijna en met natte wangen
Alleen maar bij haar wil uitrusten van die tocht
Onderweg waar geen proviand mij meer troost noch
Haar schoonschrift mij begeleidt
elbert gonggrijp
19 september 2012 — 08:52
Ach Alja, elk commentaar van mij wordt zo langzamerhand cliche… Maar het is weer zo zichtbaar en aan te voelen dat ook mijn adem ervan stokt… Laat de hand de beweging blijven maken!
alja
19 september 2012 — 08:56
en elke keer weer zeg ik je dank!