Alsof ze beestjes over de vloer ziet lopen, zo
Schuift mijn mamma haar voeten heen en
Weer, opwippend zelfs uit het kussen om
Kracht te zetten en dan weer

Vooroverbuigend om met haar handen hetzelfde
Te doen maar nu over de stof rond haar benen
En op het kind bij haar, daar aan haar voeten
En dan, ziet ze

Dat haar pumps verruild zijn voor instappers
Van een onduidelijke kleur? dat haar zijden
Kousen verruild zijn voor een grove grijze
Broek, dat

Haar handen geen ringen meer dragen dan
De smalle gouden band zoals de foto’s van
De tafel verdwenen zijn, de kijkboeken voortaan
In de kast, het snoep

Uit de trommels? ze kijkt door het raam en zegt
Dat de bomen uit Groningen komen en dat ik
Maar moet gaan, het regent, haar handen krullen
Zich opnieuw op

In het binnenste zit niets, zelfs het kleinste beestje
Wist te ontsnappen, het kriebelt nog even, haar
Vuist is geen boosheid maar een teer omhullen
Van dat wat ze loslaten moet