Mijn mamma ruikt aan het bolletje wol dat
Ik haar laat zien, ‘vulla volla’

Zegt ze, ‘blauw’, zeg ik, ‘glanskatoen, ik dacht
Ik neem eens iets

Anders dan zwart’, ‘psychisch’, zegt ze, ‘lijkt
Het op een

Nachtmerrie’, ik wou dat ik de mijne kon
Vertellen: mijn lief die

Niet mijn lief wil zijn, een dode pappa en
Mijn opgeschoren haar

‘zo gek’ zegt ze, ‘ik sprak laatst met mijn neef
En die wilde mij

Uit de dood terug halen’, ‘hoe verzint hij het’
Zeg ik omdat ze dat wil horen

Even kijkt ze heel schalks, mijn mamma, ‘het
Is een dunne lijn’ zegt ze

En dat er nog ruimte genoeg was voor uitbreiding
Aan de andere kant

‘zoiets’ zeg ik, ik houd haar hand, ‘mijn vel laat
Los’ zegt ze boos