Het voelt alsof ik wat vergeten ben, een kind
Op zwemles en beslagen ruiten of een rekening
Niet betaald en misschien het verkeerde jaar
Ingevuld, of nee, het voelen betreft liefde en
Verzuim, een ontwaken uit een boze droom of
Een te lang durend sprookje, de regen klettert
En ik weet dat het lekken zal, mijn wanden nat
Ik leid mensen rond in mijn atelier en weet dat
Ik het verliezen zal, de ruimte, de vrijheid
Zoals ik woorden retourneer die omkomen in
De regel alvorens ik ze kan typen, nee, ik zal
Niet verliezen, ik zal gewoon opnieuw alleen
Zijn en niets meer vergeten ooit

Het voelt alsof ik op het balkon zit, waar bruids-
Sluiers nog groeien en een zandbak gevuld met
Water al de poppen van mij herbergt, jaren
Gewoond op zolder en nu te gebruiken door de
Babies die half slapend nog benen losschroeven
En haren vlechten, er drijven herinneringen in
Die blauwe schelp, ik draag nog gekleurde jurken
En til mijn borsten in hun gulzige monden, beneden
Fluit een man een deuntje van geluk terwijl mijn
Blik over de huizen hierachter dwaalt en de
Begrenzing door deuren en steegjes

Het voelt alsof ik op een feest dans en mijn sleutels
In bewaring heb gegeven aan die man die alleen
Maar kijkt, zijn bier drinkt, zijn sigaret rolt
Terwijl mijn hakken in gebroken glas stampen
En linten van mijn zelfgenaaid topje in het rond
Zwieren, elke keer een teugje uit zijn glas als
Ik even op adem moet komen, een trek aan zijn
Sigaret als ik even uit de kring licht naar zijn
Donkere gestalte vlucht

Het voelt alsof ik een van de eerste collages maak
Foto’s van kinderen die nu volwassen zijn en hun
Kinderen die bijna volwassen zijn en daarboven
Een lege hemel waar iemand toekijkt, onzichtbaar
Maar grijnzend vanwege dat volle geluk, mijn
Vader wordt ouder en ouder en zweeft nog altijd
Boven ons, volkomen zijn eigen gang gaande en
Overtuigd van een langer leven nog terwijl ik zo
Klein en hulpeloos zijn hand in de mijne mis

Het voelt alsof ik de laatste doos in het halletje
Schuif, de laatste oude radio, de laatste bakelieten
Verzameling van een man die vertrekt, guirlandes
Van laurierbladen verstop ik en een fles cognac
Onaangebroken en wierook en mijn geur, een
Dagboek en de oude Olivetti en hij een voor een
Zijn relikwieën meeneemt, zijn trofeeën, ik wist
Niet dat hij op jacht moest en ik wist niet dat ik
Niet mee mocht, torenhoog staan daar zijn boeken
En de mijne die ik hem schenk, schatbewaarder
Noemde ik hem maar de sleutel voorgoed kwijt

Het voelt zoals het is, een leeg huis na een hoog
Bezoekersaantal in het atelier, kinderen bij hun
Pappa en regen ruisend en woorden beperkend
En niet oeverloos in uw schoot geworpen, mezelf
Een halt toeroepend en hem daarbij, dat het niet
Ging om wat wij niet deden maar om wat wij
Voelden, alsof we iets vergaten behalve onszelf

log op een verkeerd tijdstip, in een verkeerd huis
van 06 januari 2007