Mijn moeder is er bijna, althans zo lijkt het, alsof ze
Alleen maar de achterdeur open hoeft te doen, drie
Sloten moet verschuiven en de melkbus opzij en dan
Voorzichtig het stoepje af en langs de uitgestrooide
Tegels en overvolle struiken tussen de twee halve
Bomen door

Ik denk tenminste dat het daar is en ik denk dat het
Nauwelijks verschilt met het paradijs waar zij belandt
Wat roze bloesem op de grond, voorzichtig lopen want
De bloemblaadjes zijn glad en dan het geel van de brem
Dat nu langzaam bruin wordt maar toch zoveel geler
Was dan ooit

Zegt zij en dan nu heel zachtjes en lief niet eens meer
De vogels zien die nog wat doelloos pikken in de
Zaadzakken van de winter, niet de fietsers meer en
Niet de tien motoren die vandaag alsof vertraagd
Een toertochtje maken langs haar huis, het is zo
Rustig, zegt ze, hier

Maar zag je die tien motoren? ik denk dat ze een toer-
Tochtje maken en dan een boottocht en dan met z’n
Allen op het Waagplein gaan staan en kijk, daar
Komen er nog eens vijf en nog eens vijf, ze hoort
Heel nadrukkelijk en verwonderd en dan zijn ze
Natuurlijk daar allemaal gearriveerd

Als ze zou eten, zegt ze, zou ze sterker worden maar
Ze heeft nu helemaal geen trek en misschien wordt
Ze ook wel niet sterk meer, denkt ze, misschien word
Ik wel niet oud, zegt ze maar zomaar is dat niet erg
Meer, ze moet alleen de melkbus opzij kunnen schuiven
En de drie sloten van de achterdeur

lelie van het veld
opgenomen in de bundel met Nina Barhorst, april 2010