Dat je daar nog lag, wachtend op mij, niet
Omdat er nog geen

Licht was, het onophoudelijk ruisen van
De regen, honger in

Je hals, niet omdat we elkaar aten in je droom
En jij nog

Niet gegeten had, het bloed langs je sporen
Niet omdat je

Zeker wist dat ik terug komen zou, maar dat
Je daar

Nog lag, gewoon vanwege de zwaarte van
Mijn lijf, de arm

Gebogen over je hoofd, de vingers verankerd
In je groeven, dat je

Niet gehoord had hoe vaak ik was opgestaan
En het licht had aan gedaan