Tegen middernacht heb ik de eerste drie
Hoofdstukken van een nieuwe roman, in
De ochtend is alleen de hoofdpersoon over
En de kamer waarin we

Lagen, het is alsof de tatoeëerder met zijn
Naald de gedachten uit mijn lijf heeft
Gezogen inplaatsvan het rood en turkoois
Dat hij in de lijnen van

Mijn reddende engel had gespoten, het
Harry Potter gegeven terugkerend in alle
Boeken: hoe je in een schaal je gedachten
Kunt opvangen

Wat roeren misschien en dan beleef je opnieuw
En nog een keer, zo woon ik dus in die eerste
Kamer en maak hem hoofdbewoner van terwijl
Ik lege borden verzamel

Restjes in een soeppan, snippers slinger op
Het hoofd van de kleine, een hartje van viltstift
Op een zachte ballon, een week geworden
Koekje achter de bank