Na dagen geschilderd te hebben in het nieuwe huis van
Dichter P., hij hopend op een tekst van mijn hand dwars
Over zijn

Witte wanden, overweeg ik een klussenbedrijf, een nieuwe
Eènvrouwsonderneming met klagende kliënten over een
Bevroren lijn

En zes weke witte boterhammen met leverpastei in een
Broodtrommel van reuzenformaat, zachtjes sluip ik ochtend
Na ochtend

Langs de mij bekende huizenrij om aan het eind van mijn
Horizon een nagelnieuwe deur te ontsluiten en dan stoïcijns
Mijn plicht te doen

Althans, ik heb mij dat voorgenomen en onderga het als
Een meditatief gebeuren, een van A naar B plan en een
Noodzakelijk

Kwaad, niets liever dan de eenzaamheid daar en de geuren
Van nieuw en lente onderbroken door het opgewonden
Geblaf van

Vier chihuahua, zes buurvrouwen en de vader van allemaal
Die rokend aan zijn auto prutst daarbij nauwlettend mijn
Bewegingen in de gaten

Houdend, ik ben de winterschilder, zeg ik dan maar hoewel
Reklame maken voor mijn nieuw bedrijfje opeens overbodig
Lijkt