Een vlieg was verliefd geworden op een kikker.
‘Ik hou zoveel van je,’ zei de vlieg, ‘dat ik je wel op zou willen eten.’
‘Waarom?’ vroeg de kikker.
‘Dan zou ik altijd bij je zijn. Dan kon jij niets doen zonder mij en ik niets zonder jou.’
‘Waarom?’ vroeg de kikker.
‘Omdat ware liefde is, als je je liefje het liefst zou opeten,’ zei de vlieg. De kikker dacht diep na. Want hij hield ook van de vlieg. En daarom at hij haar juist niet op.
‘Is dat echt waar?’, vroeg hij.
‘En of het waar is,’ zei de vlieg, ‘daaraan herken je de grote liefde, vraag het maar aan andere liefdespaartjes!’
‘Hm,’ zei de kikker. En toen at hij de vlieg op. We weten niet hoe de vlieg er daarna over dacht. We weten alleen dat kikkers sindsdien graag vliegen eten.

Janosch, uit: De kikker en de vlieg, uit de bundel Dieren zijn ook mensen.

Volkskrant, zaterdag 14 januari 2012, Wetenschap, Ellen de Visser
‘Een gebroken hart bestaat echt, en het is gevaarlijk’