Toen bedachten ze dat het winter was en dat het begon te sneeuwen. Ze rilden en de olifant riep: ‘Waarom denk ik niet altijd alleen maar wat ik wil?’
De anderen zwegen.
Na een tijdje schraapte de schildpad zijn keel en zei: ‘Zullen we denken dat we jarig zijn?’
Even later dachten ze dat ze jarig waren en feliciteerden ze elkaar. En ze dachten dat er een reusachtige taart stond, tussen hen in, en dat het suiker sneeuwde, en dat ze smulden.
‘Denken we nu dat we gelukkig zijn? vroeg de schildpad voorzichtig.
‘Ja,’ zeiden de anderen. ‘Dat denken we.’

Toon Tellegen, uit: Een hart onder de riem (dierenverhalen vol troost)