Dat van de hak op de tak en oeverloos praten, dat steeds maar weer
vragen en luisteren, dat handen grijpend over tafel,

dat op wiebelbenen bij het aanrecht staan omdat het te lang duurt
voordat de koffie klaar is, dat doorpraten terwijl

de stem vanuit het andere vertrek niet te horen is, dat plas ophoudend
uitstel, dat in de hal nog leunen tegen de deurposten

bij vertrek, dat nog even snel iets laten zien, beweren, toevoegen,
dat van alles willen meegeven en dat op het balkon

nog even gevaarlijk vooroverbuigen en dan nog iets roepen en dan
dat nakijken, dat langgerekt nakijken, de deur weer sluiten,

de kopjes naar de keuken, de ruimte opeens weer hol, de stoelen
aanschuivend, met de pen noteren wat en dat en dan

een berichtje via het scherm dat het zo fijn is met, een hartje mee
sturen en dan even terugzakken in de dagelijkse stilte.