De voordracht oefen ik nog met de kookwekker, het gerinkel
maakt me net zo aan het schrikken als de voordeurbel,

de treintijden schrijf ik nog op een kladje en de route ook,
het ontbreekt er nog aan dat ik een kaart uitspreid

op de keukentafel en mijn lijnen trek, het gezelschap nodig
ik dan wel weer met de app, het werk wordt

versierd door de draadjes wol waar de voorleesgroep zo om
moest lachen, hee wanneer brei je sokken voor mij,

terwijl er nooit een vouwtje op de pagina verschijnt, en op de
bodem van mijn tas ligt een boterham met kaas

in een folie dat net te kort aan de hoeken trekt, terwijl er hapjes
zijn daar, natuurlijk, alleen twijfel ik nog aan een

hemdje onder het pak, of het op de terugweg nog licht is en
hoe het uitzicht onderweg, o en welke dropjes.