Op infantiele toon bemoeit een vrouw zich met haar hondje,
voert hem een stinkend stukje vlees, de geur blijft

in de coupé hangen, de ergernis ook. Niemand heeft de ruimte,
het comfort dat beloofd is, alleen schuin voor me

zit een wel doorvoede meneer met de tafeltjes omlaag en zijn
koffer als medepassagier riant en rustig zijn novelle

te lezen waarvan jammer genoeg net de titel wegvalt in zijn
mollige handen. Afgesloten staar ik naar buiten,

zonder koptelefoon of bereik, zonder flitsend schermpje of
het complete gesprek, tot honderd tellend of gewoon

de witte kopjes in de grijze lucht, elke reis een opdracht die
in stukken verdeeld gedaan moet worden,

er is nog een partje over. Opgelucht is dan het lopen in de stroom
voor mij, de trappen af, de trappen af en dan weg!