In het zonlicht de kruimels, de lange haren, het stof, de
schaduwen van het leven. Zoals een hartje dat,

getrokken met een voorbijkomende en even uitgestrekte
teen, iets zegt over de bewoner. Of de baan licht

over het volle aanrecht en de plasjes koffie de avond duidt
of de dagen ervoor als voorraad in een hoge kast.

Meer nog dan kleding zegt de verzameling iets over wie
er schuilt in de kamers. Of er soepel door de

gangen gelopen wordt of voortdurend wordt gebotst, of
er veel of weinig gedaan wordt, wat belangrijk is

of was, wat van waarde en wat niet en hoe groot iemand
is, lengtestreepjes op het behang. Het wordt

tijd voor de bezem, het door de knieën gaan, het opnieuw
inventariseren en een sopje met groene zeep.