“Ik word dagelijks getroffen door die onoverbrugbare kloof tussen mensen die leven, handelen, plannen maken, wensen hebben, dingen realiseren, en degenen die de zinloosheid van al die vluchtige, geforceerde opwinding, de ijdelheid van alles hebben begrepen en die natuurlijk doorgaan met leven, maar vanuit de optiek van de dood. Het overkomt me voortdurend dat me, als ik een krant, het verslag van een vergadering lees, als ik naar een vriend luister die me vol emotie of vuur zijn wensen, plannen ontvouwt, als ik van bovenaf naar de massa voorbijgangers kijk die komen en gaan, elkaar kruisen, in de schaduw en in de zon lopen, een soort verbijstering aangrijpt; en ik heb vaak de indruk net zo ver verwijderd te zijn van de wezens die krioelen, die beven van hartstochtelijke, onbegrijpelijke, onmogelijk te delen gevoelens, als je kunt zijn wanneer je, gebogen over een microscoop, kijkt naar de ongecontroleerde bewegingen van een wereld van trilhaardiertjes…”

uit een brief aan Marcel de Coppet
Nice, 18 maart 1958

Roger Martin du Gard, Kijken door een sleutelgat: dagboek en herinneringen,
uit het Frans vertaald door Anneke Alderlieste,
De Arbeiderspers, 2022, privé-domein nr 320