Het oude atelier staat vol met mensen, ze kijken allemaal
dezelfde kant op, stijf en streng, in het midden

loopt een kanaal waardoor zo nu en dan een nieuw iemand
wordt aangevoerd, op de schouders van alsof

hij zich bij een concert in het publiek heeft gegooid, zwetend
en dansend en dat een laatste beweging was.

Het lijken de ouderlingen uit de kerk van vroeger, het pak
zwart, zelfs de man die altijd naar me knipoogde

terwijl de rest zijn ogen dicht had, staat er tussen. Ik weet
niet waar mijn plek is, ik heb dit niet bedacht,

ik weet ook niet waar men op wacht maar ik zie wel dat de
ruimte omhoog getild wordt en we zweven terwijl

je zou verwachten dat het gewicht van ons allen drukkend
is. En ik kijk naar hen maar waar kijken zij naar?