Als mevrouw V. met ogen dicht en licht schommelend tussen
haar medebewoners zit, houdt iedereen haar in de

gaten, ze glimlachen zelfs vertederend en licht bemoedigend
en gaan de kring rond tot ze bij mij komen

en knikken. Dat ziet mevrouw V. natuurlijk allemaal niet maar
ze voelt het blijkbaar want opeens gaan haar

ogen weer open en zegt ze luid dat ze zich aan het concentreren
is, ja, en dat ze heus alles gehoord heeft.

Het verhaal gaat al die tijd gewoon verder hoewel juffrouw J.
daadwerkelijk vertrekt. Zij heeft haar

boodschappentas vol cd’s demonstratief op tafel en nu ze weet
dat er niet gezongen wordt vandaag, wil ze naar huis.

Dan begint de heer B. ‘er is er een jarig’ te zingen alsof we dat
allemaal zijn, wat gaat de tijd toch snel.