Ze vallen nu niet maar fluiten, kwinkeleren in de nog lege
bomen, net voordat de regen valt en de wind

terugkeert. Bijna zoals zijn stem door de lijn hoog en fel
het commentaar nog even levert alvorens

de nacht begint, stukjes tijd die op zichzelf staan maar de
volgende dag verdwenen alleen maar

het drukken weergeven van zijn zwaarte, wurgend eerst
loslaten als het lijf niet meer meegeeft. Op

de hoek van de straat vier honden en hun baasjes, een zwarte
Saab met rode wielen. Ik loop terwijl hij

spreekt en verbindt mijn wereld aan de zijne terwijl ik niets
zeg. Met een warm oor en lamme hand

schenk ik een ieder vergeving, dat ook, maar dat is alleen
een gedachte net voordat de ochtend begint.