Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

er blijft een been achter

Op het moment dat stemmen zachter worden en gezichten
vervagen, alleen jij het middelpunt blijft en de tafel voor je
het enige houvast, de pen in je rechterhand het

meest tastbare object, staat in het schrift dat je leest dat de
wereld draait, je hoofd volgepropt zit met watten, je ogen
wateren en je niet weet hoe die dag voorbij moet

gaan, dat is het relativerende van het lezen in andermans
dagboeken. Het schrift herken je en soms zelfs de datum in
de bovenste hoek, de tekening in de kantlijn

desnoods en zeker de kras die tien bladzijden verder nog
voelbaar is, de geheimzinnigheid waarmee je dit kleinood
verborg en de rest van je handelingen, de

sleutel van het kleine laatje verstopt in het bloemenvaasje,
de sporen van een zoekende moeder, je zorgvuldigheid in
het vermijden van een gesprek en toch: lees

maar, ken me dan eindelijk, waarom moet het meer dan
zeventig jaar duren alvorens een lezer datzelfde wazige
perspectief heeft dat ik mijn hele leven had?

« »