Zijn schatje staat in de andere rij, hij voelt het maar mag niet
langer dan een minuutje staren dus maakt hij

een domme opmerking tegen de caissière die vervolgens zegt
dat het elke dag Kerst is, jawel meneer, en bij

de uitgang botst hij tegen het karretje van een enthousiast kind
en ziet het liefje nergens meer maar voelt haar

nog steeds. Op het parkeerterrein staat een bekende auto met
de achterklep omhoog, een halve boom steekt

parmantig naar buiten, een man sjort met een touw, kratjes
wijn hebben moeten wijken voor het groen,

hij weet waar ze hem neer zetten zal, hij komt in de verleiding
zelf een boom te kopen maar beperkt zich tot een

domme krans met een rode kaars erin en hoort haar zeggen ‘wel
gevaarlijk open vuur met al die boeken om je heen’