Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

en toen deed ik dit

De akkers werden leeggeroofd door ijverige, voorover
bukkende kinderen die tegen een volle krat

een vuistvol kleingeld kregen waarvan de helft in de metalen
spaarpot verdween en de andere op de toonbank

van de kleine kruidenier in het dorp die toverballen, slierten
drop en kauwgum met filmsterren verleidelijk

presenteerde. Er was een jongen met de achternaam van een
bekende dichter terwijl de poëzie zoek was of

alleen een verzinsel van mij terwijl ik de horizon afliep en
zijn spierwitte haar zocht, hem riep hoeveel

ik al verzameld had en hij recht overeind ging staan en altijd
meer had en ook eerder voor die kassa stond.

Maar hij wachtte, ruilde de beroemdheden, rode wangen die
rijmden op het verlaten van het dorp, eens.

« »