Museumbezoek is tegenwoordig heel kleinschalig, zelfs
zonder langs de kassa te gaan of dat ene dure

kopje koffie, zonder de suppoost te groeten en zonder
vergelijkend toiletonderzoek. De

hoeveelheid kunst is wellicht nog groter en de belichting
is altijd verstelbaar door een klein rukje aan

het rolgordijntje rechts. Het publiek staat zoveel dichter
bij het getoonde en alles mag aangeraakt,

verplaatst zelfs, het is wat de mieren doen en de spinnen
in de hoek, vermoedelijk plast het muisje

tegen de randen, het stof de bescherming voor meer. Een
hand wijst naar de waarde, de herkomst, de

kunstenaar en op fluistertoon bieden we beurtelings op het
meest zeldzame: liefde en elkaar.