Er zijn auto’s in het weiland, snelle bestuurders die met
raampjes open langs het riet stuiven, als

eerste bij het duin willen zijn, het appelgebak met slagroom,
de winderige attractie: de zee terwijl deze

fietser voortdurend afstapt, de verten neemt, de paarden
dichterbij haalt, gretiger dan anders.

Op de verzamelplek van kunst en schetterende mensen in
op elkaar afgestemde kleuren, grijs veelal,

neemt zij de tegengestelde route en het weerkaatste licht.
een bezoeker zet zijn zonnebril op om haar

te herkennen, de mooiste beelden komen echter van buiten:
de bomen wachten, er zijn rode wangen, losse

jasjes, blote benen en vermoedelijk reeds druppende ijsjes
in jengelende handen, kleverige neusjes.