Alsof ik bewijzen zoek tegen mezelf. De tijd opnieuw
met vingers tussen bladen of strijkend tegen het licht,
de kinderen optillend totdat zij
huilden, de wond nog vers, welkom in de wereld, de
ouders ruziënd nog om vrijheid en respect, de derde
als toeschouwer, ik altijd als derde.
Alsof ik zowel de oordelen als de schuldvraag daar
zoek: dat weke lijf, dat melkwitte lijf, dat handjevol
sproeten dat wellicht als een sterrenstelsel
aanwijzingen geeft maar onzichtbaar tegen welke hemel
dan ook. Alsof opnieuw de ontbrekende gegevens mijn
zelfverzonnen ik doen wankelen. Daar
ergens moet het liggen. Alsof de tijd beheersbaar is en
voor eeuwig en ik ook haar ga aanklagen over haar
bemoeizucht en twijfel. Stil nu, nog
duizend jaar te gaan, trek dan de verbindingslijn tussen
de bruine stipjes, keer haar om, schuif haar naar de zijden
en herken een pluizig konijn, grazend.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x