De rust is een bijna verveeld dralen, een winter die
met stralend wit alleen het bovenste en dat
slechts even bedekt, de grond nog onverhard zodat
er alleen maar uitstel is alvorens
de bloemen gaan bloeien. Zoals damp die stil hangt
alvorens te gaan spreken, toch bewegen
mijn vingers om het teken op de ruit te zetten, krassen
mijn nagels bijna over de ijskristallen, deze
rust is wachttijd tot. Ze duurt niet langer dan anders,
het zijn de minuten nog in het warme bed,
het roepen naar kinderen die geen antwoord meer
geven, het vertraagd weten alvorens
haar leegte te voelen, het vertraagd handelen tot het
de eerste zonnestraal ontmoet.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x