Dat het er teveel zijn, zegt ze. Ze schuift met haar vinger
iets van het tafelblad alsof dat
gebaar verontschuldigend zou zijn. Ze houdt haar hoofd
naar beneden in diezelfde genade.
En je kunt, gaat ze verder, niet van iedereen houden zoals
van jezelf. Nu kijkt ze me aan. Je
kent ze niet, besluit ze. Daarna is ze opgelucht en begint
aan haar traktatie. De regen jaagt iedereen
van straat naar binnen. Lijven dampen, kleding wordt
uitgeschud, druppels stuiven rond. Stemmen
dansen over dat alles heen. Ik denk aan de dominees uit
mijn jeugd, hun spreidende armen, de lange
donkere mouwen waarbinnen ik paste en hoe dat gordijn
de boze wereld buiten tegenhield terwijl
vanuit de hoogte de geboden klonken. Dat we ze zouden
liefhebben als onszelf ongeacht het aantal.
woutervanheiningen
21 juni 2016 — 10:00
en dat doen we dan maar. Liefhebben.