Opnieuw worden de huizen aan de overkant zichtbaar.
Het loof van de bomen reeds minder vol,
kringen aan de stam van gras dat beslapen is, honden
die zich cirkelen, verstrikt in hun eigen
leidsel. Lucht daarboven in vlakken verdeeld maar nooit
eerlijk, vriendelijke pluimstaarten die
renden nog door het veld, een raam dat piepend opengaat.
Iemand rookt een sigaret, iemand maakt
ruzie, iemand fietst met een meisje op het stuur. Twee
mensen lachen. De poes slaapt diep.
Als ik me uitspreid, pas ik op de hele tafel, het blad duwt
koel tegen het vlees, misschien dat
het vliegen kan dwars door dit stukje land. Onder mij bukt
men zich, een jongetje wijst.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x