Ze zei dat ik gezongen had. Woorden verzinnend
had ik haar duidelijk gemaakt dat
alle beesten sliepen, de egeltjes ook, de grassprietjes,
de boer die eerst nog pannenkoeken had
gebakken in de stal, de vissen in het water, en zij
nu ook. Ze zei dat ze ook wilde zingen voor
de baby in haar buik. Ik kon me de boer herinneren
en de warme stal misschien maar niet
mezelf. Ik kon me haar herinneren en haar broers
en de dampende stilte tussen hun bedjes
en mijn vanzelfsprekende verantwoordelijkheid.
De stem die anders slechts in citaten opdreunt
wat haar geleerd is: ‘Verlos ons van de boze en
vergeef ons onze schulden’.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x