Het is alles al bekend. Het is alles al toegegeven,
prijsgegeven zelfs. Toevoegingen worden

niet gewaardeerd, bungelen achteraan de regel,
zijn onverdraaglijk bijna. Toch

spaar ik ze, stoot ze langzaam uit, rek ze tot de
laatste terugkaatsende kracht. Er

zijn onbegrijpelijke redenen voor. Het maakt meer
onderdeel uit van het ritme zoals

men opstaat, de nacht ruikt uit het eigen lijf, de
angst rukt uit het zijn, de warmte

plukt uit het onderkomen, dan weer terugschrikt
voor elk van deze handelingen.

Toegedekt weer meent te kunnen overleven op
dit schaars rantsoen.