Het is iets anders om voor het slapen gaan
hem te dromen dan overdag, bijna
winter tenslotte, je te verliezen in die bijna
gesloten ogen, de fronzen die
van hoofd naar ogen en dan alleen de hoeken
van de mond omhoog trekken,
de schurende wangen en teruggeweken haren
en de handen, de handen eerst op de rug.
De warmte te voelen van de trage beweging,
aanvankelijk uitstellend, dan herhalend
en tenslotte uitvloeiend tot nergens, tot waar
de droom begint dan. Glijdende
vingers die contouren tekenen op beslagen
ramen en krassend eindigen.
elbert gonggrijp
12 november 2015 — 09:28
Een lieflijk, maar ook aarzelend beeld van liefde. Compacte taal… Mooi….
Fenny
13 november 2015 — 14:59
Een juweeltje!
alja
13 november 2015 — 15:17
dank je, Fenny