‘Zelf heb ik me nooit deel van een wij gevoeld: ik heb altijd, al vanaf dat ik klein was, het gevoel gehad erbuiten te staan. Ik heb me nooit beter gevoeld, nooit het gevoel gehad dat ik er daarom buiten stond, nee, het was altijd het tegenovergestelde, dat ik niet goed genoeg was om deel uit te maken van een wij, dat ik dat niet had verdiend. (…………)
Ik heb altijd maar één vriend gehad, nooit meerdere tegelijk, er was nooit sprake van een wij. (…….)
De rol van schrijver redde me: daarin was alleen-zijn legitiem, ik was iets wat los stond van anderen, een kunstenaar.’

 

Karl Ove Knausgård, uit: Min kamp, Sjette bok, vertaald door Marianne Molenaar, Vrouw