Soms kan ik verlangen naar de jeugd die hij
me schetst: hoe Roland Holst koffie placht
te drinken bij het haardvuur waarin
zojuist een Min de kastanjes pofte of hoe zijn
vader in een ambtenarenspeech onbekende
regels van Nijhoff aanhield,
hoe hij opgroeide kortom in de veilige warmte
van woorden terwijl wij mee stonden te zingen
met het Johannes de Heer waarachter
mijn vader, met voeten te groot en handen te
zwaar, de wijs hield op het harmonium waarop
de kandelaars doorbogen onder het
gewicht van zwarte kaarsen die nimmer mochten
druppen. Hoe kortom de wensen van mijn lieve
ouders wel aanwezig maar nooit
helemaal uitgevoerd werden tenzij op een rustige
maandagmorgen waarop mijn mamma stofzuigerde
met Jules de Corte op de achtergrond.
Dat zij daarbij alles een centimeter verschoof was
lang het enige euvel dat mij hinderde, zij zong
veel vrolijker dan wij op die zondagmorgen.
Conny Lahnstein
21 oktober 2015 — 06:31
Ik voel het, zie het voor me met mijn ogen dicht.