Op het raam verschijnt opnieuw de wasem
zoals de zilveren draden tussen

de bomen en een enkel goudgekleurd blad.
Aan de randen van het pad graaft

een beest diepe gaten zonder zich te laten
zien. De zon is alleen maar vroeg en

ketst tegen de gevel aan de overkant. Dat
we hetzelfde voelen wil niet

zeggen dat we dat benoemen. Grijnzen en
wachten tot we het dier zien en dan.

Of schuilen bijvoorbaat. De spinnen bungelen
reeds. Maar doen dan

waar je goed in bent: jezelf zijn, al is het
alleen maar in het woord.