Wat ik in die dichter bewonder
is zijn geboekstaafd vermogen
om uit het hoofd een vers te maken
en dat vervolgens foutloos neer te tikken
op zijn dreunend masjien. O,
het handschrift te kunnen vermijden,
dat knoeierig verraderlijk bewijs
van onvermogen. Nooit maat
kunnen houden, altijd alleen
met horten en stoten, soms, kort,
tot een soort orde kunnen komen.
Jan Eijkelboom, De Lamp van Boutens,
uit: Verzamelde Gedichten
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x