Ik zie mijn vader daar en hoor met
gesloten ogen zijn verrukking: daar
zit zij en de bazuinen klinken!

Stemmen verheffen zich, het orgel
ontstijgt ons menselijk zijn, de liefde
doet dat evenzeer. Koele

lucht stroomt in de dorpskerk maar
rond het open graf moeten paraplu’s
opengeklapt, de hitte

tuimelt. Mijn pappa is daar al geweest.
Ik kom net kijken. Ik schuif op de
achterste rij, een vrouw houdt

mijn hand, ik het huilen. ‘Ik dacht aan
je’, zegt de achterneef, ‘incidenteel’.
Zijn dode zusje huist

voor altijd in Jezus’armen. Het is de
eerste keer dat zij dat bij een man doet
en dat met deze temperaturen.