Ik word zo rustig van je, zegt hij. Het
is hetzelfde als

houden van. Met jou wil ik wel naar
Noorwegen, zegt hij, om maar

een land te noemen of een vrouw. We
weten dat ik nergens naar

toe ga. Hoog in de stuurhut zit ik met
blote voeten in het stuur.

Ik kan twee centimeter draaien. Ramen
en deuren staan open, de

wereld is daarbuiten. De mijne ligt op
schoot, het boek open.

Bij jou, zeg ik, heb ik geen besef van
tijd, alleen van liefde.